1e Kwartaalrapportage 2019

Schatkistbankieren

In december 2013 is het zogenoemde schatkistbankieren ingevoerd. Dit betekent dat de gemeente wettelijk verplicht is om tijdelijk overtollige middelen (liquiditeitsoverschotten) die boven een wettelijk geregeld saldo uitkomen, moet stallen bij het Rijk. Voor de gemeente Deventer geldt dat het saldo vanaf €2,2 miljoen automatisch wordt afgeroomd. Ook is het mogelijk om overtollige middelen te beleggen bij andere overheden zoals gemeenten, provincies en waterschappen. De hoofdreden van deze verplichting is om het EMU saldo op Rijksniveau terug te dringen. Een bijkomende reden is dat gemeenten (en andere lagere overheden) op deze wijze geen risico’s lopen op hun uitgezette gelden.
Deventer heeft de afgelopen jaren gebruik gemaakt van de kasgeldlimiet. In 2019 is in de maanden januari t/m maart gebruik gemaakt van schatkistbankieren.

Het drempelbedrag schatkistbankieren bedraagt voor 2019 €2.577.000 en moet per kwartaal worden geplaatst tegenover het gemiddeld op dag basis buiten ’s Rijks schatkist gehouden middelen. Dus tegenover het gemiddelde van alle gemeentelijke bankrekeningen.
In het eerste kwartaal is dit drempelbedrag nog overschreden met €1,4 miljoen. Hier staan overigens geen sancties tegenover. In maart 2019 zijn maatregelen genomen om binnen de limiet van schatkistbankieren te werken.
De maatregelen betreffen:

  • Nog frequenter betalen van voorschotten inzake de ontvangen belastingopbrengsten: in plaats van tweewekelijks aan de gemeenten van DOWR zodat het gemiddeld saldo van de betreffende BNG belastingrekening lager zal zijn;
  • Het afromen van een bankrekening waar permanent sprake is geweest van een gemiddeld hoog saldo (kortom een te hoog ijzeren voorraad aan liquide middelen) en begrenzing maximum saldo bankrekening. Dit laatste aspect houdt in dat automatisch afroming gaat plaatsvinden naar de BNG hoofdrekening

De verwachting is dat vanaf het tweede kwartaal 2019 binnen de limiet van schatkistbankieren wordt gewerkt.

Renteontwikkeling

Een belangrijke factor bij de uitvoering van het treasurybeleid is het verloop van de geld- en kapitaalmarktrente. De visie ten aanzien van de renteontwikkeling is medebepalend voor het te volgen financieringsbeleid. De gemeente baseert haar rentevisie op de verwachtingen van een aantal grootbanken.

Een substantiële verhoging van het toekomstig rentebeeld is niet erg waarschijnlijk.

Verwachtingen: Prognose over 12 maanden

Rentevisie

Visie begroting 2019:
3 maands
per 16-07-2018

Visie begroting 2019:
10 jaars
per 16-07-2018

12 maanden renteverwachting
per 26-03-2019

12 maanden renteverwachting
per 26-03-2019

ABN AMRO

-0,33%

1,20%

-0,30%

0,80%

ING

-0,25%

-

-0,15%

-

BNP Paribas

-

-

-

-

Rabobank

-0,28%

1,20%

0,16%

1,20%

Belfius

-0,25%

1,55%

-0,30%

0,70%

Commerzbank

-0,25%

1,30%

-0,30%

0,70%

Gemiddeld

-0,27%

1,31%

-0,18%

0,90%

De hiervoor vermelde rentepercentages zijn zogenaamde “kale rentes”. Financiële instellingen berekenen hier bovenop een opslag voor risico’s, kosten en winst. Voor gemeenten ligt deze momenteel, afhankelijk van de looptijd tussen de 0,1% - 0,4%.

Uit de meest recente rentevisie (Thésor Marktperspectief 26 maart 2019) blijkt dat naar verwachting de kapitaalmarktrente nog steeds laag zal blijven. Marktpartijen verwachten een rentestijging op z’n vroegst pas in 2020.